De leefschool is een plek om te leren en te experimenteren, maar bovenal om te leven.
De leefschool is een plek om te leren en te experimenteren, maar bovenal om te leven. In een gezellige omgeving met veel groene speelruimte voelen leerlingen zich goed in hun vel. Pas dan is er ruimte om de eigen talenten en die van anderen te ontdekken en samen de wereld te exploreren. Alles in de leefschool is er om je kind een gevoel van welbehagen te geven zodat het kan worden tot een honderdvoud van wat het al is.
Het spreekt voor zich dat wij net zoals in andere basisscholen de eindtermen bereiken, maar hierbij hanteren wij een andere methode die vertrekt vanuit de eigenheid van elk kind. Het concept Leefschool werd door de pedagoog Carl Medaer ontwikkeld op basis van ervaringen in Projectschool ‘De Buurt’ uit Gent.
Samen leven met
respect voor ieders
vrijheid en mening
Om op een leefschool samen te leven met respect voor ieders vrijheid en mening zijn er regels en maken kinderen, ouders en begeleiders samen afspraken. Hierdoor wordt een aangename, leerrijke leeromgeving gecreëerd.
Kinderen krijgen de kans en de tijd om actief betrokken te zijn bij wat er rondom hen gebeurt. Zo wordt er sterk gewerkt met projecten. Deze projecten worden grondig uitgewerkt in de leefgroepen en oa. via groepswerk en coöperatieve werkvormen besproken, gestuurd en geëvalueerd.
De schoolwerking is gebaseerd op 5 ontwikkelingsfasen:
FASE 1 EN 2: WELBEVINDEN
wie wil leren moet zich thuis voelen
Onze leefschool staat voor een warme en veilige sfeer. De inrichting van de leefgroepen doet huiselijk aan. De omgangsstijl is gemoedelijk. Veiligheid en geborgenheid zijn de basisvoorwaarden om ergens te kunnen aarden, een goede relatie aan te gaan en te leren. Als ouder ben je welkom op school: bij het onthaal, om te helpen bij projecten, tijdens de voorleesweek, …
We leren met elkaar en van elkaar
In onze leefschool zitten kinderen van verschillende leeftijden samen in leefgroepen. Onze werkvormen zijn vaak interactief. Hierdoor leren kinderen veel met elkaar en van elkaar. We zetten sterk in op het sociale aspect, op het wij-gevoel. Dit maakt onze school tot meer dan alleen een plaats waar kinderen samen komen om te leren. Hier werken zij een netwerk van relaties uit. De kinderen, de ouders, de grootouders, de begeleiders: we maken allemaal samen de school.
Regelmatig is er forum waar de kinderen aan elkaar, aan ouders en grootouders tonen wat ze geleerd hebben. Zo leren we elkaar beter kennen. Zo leren we van elkaar.
FASE 3 EN 4: ZIN IN LEREN
Leren is zelf kiezen
De kinderen kiezen in groep een project waarrond zij een geruime tijd willen werken. Met andere woorden: de groep bepaalt wat er geleerd zal worden. Hierdoor is er een grote betrokkenheid bij onze kinderen.
Leren door ervaren
Eens een project gekozen, gaan we op onderzoek uit. Dat doen we niet binnen de vier muren van de school, we trekken de echte wereld in. En als dat niet lukt, dan halen we de realiteit naar binnen: interessante mensen worden uitgenodigd om samen met de kinderen aan het project te werken.
FASE 5: ENGAGEMENT
Leren om er iets mee te doen
Eens een project klaar is, moet het belangrijkste werk nog komen: we evalueren onszelf zodat we een volgend project nog beter kunnen aanpakken. Realiseerden we onze doelen? Hoe verliep de samenwerking? Wat doen we de volgende keer op dezelfde manier? Allemaal vragen die ons kritisch laten nadenken over een project en onszelf.